DEFINITION
(1) Een optionele softwaremodule die afhankelijk is van een goed gedefinieerde interface om functionaliteit toe te voegen aan een populair softwareproduct. Leveranciers die algemene softwareproducten maken, zoals internetbrowsers, plaatsen vaak goed gedefinieerde punten in de logische stroom waar wordt gecontroleerd of er een externe module aanwezig is en waar deze, als dat het geval is, wordt uitgevoerd. Hierbij wordt relevante informatie uitgewisseld op basis van vastgelegde patronen. Dit biedt klanten of andere leveranciers de mogelijkheid om specifieke productgebieden aan te passen. Het concept is ook bekend onder andere namen zoals exits of user exits.
(2) Een hardware- of softwaremodule die een specifieke functie of een service toevoegt aan een groter systeem. Invoegtoepassingen kunnen soms ook een speciale bestandsindeling of een protocol weergeven of interpreteren, zoals Shockwave of RealAudio.